Onze rijke geschiedenis

 

Janzen door de jaren heen

 

RIJKE

Pand

 

Het pand, destijds restaurant De Krom geheten, is waarschijnlijk gebouwd in 1939 in opdracht van de heer v.d. Heijdt uit Den Haag. Naar verluidt werd het gebouwd op koeienhuiden, historici hebben hier hun twijfels bij. Hoewel wel meer panden toen naar zeggen op koeienhuiden werden gebouwd is dit nooit aangetoond, ze gingen namelijk niet zo lang mee.
De koeienhuiden zouden ook gebruikt kunnen zijn als waterwering.
Niet onaannemelijk gezien de nabijheid van de Oude Rijn.

In dezelfde jaren was er nabij de kerk in Nieuwerbrug, zoals gebruikelijk, een café dat gerund werd door J. de G. de heer de G. was niet zo’n werker. Hij hield meer van een praatje hier en daar. Om zijn gebrek aan omzet te compenseren had hij een manier bedacht om de winst te verhogen, maar hij werd betrapt en werd veroordeeld wegens een illegale alcoholdistilleerderij.
Niet één maar meerdere soorten dranken wist hij zelf te produceren, waardoor hij uiteindelijk tegen de lamp liep en in de gevangenis belande.

GESCHIEDENIS

Rooie Truus

J. de G. was getrouwd met Truus, toen al in de volksmond rooie Truus geheten. Truus had lange rode haren en was toen al geen onopvallend type. Dat was niet haar ding om zo uit te drukken, mannen wel, met name jongere mannen vielen wel bij haar in de smaak. In diezelfde jaren zette J. de G. Truus opeens op straat, ze was blijkbaar te opvallend geweest. Het huwelijk was al jaren niet al te best, de buurt kon regelmatig genieten van hun scheldpartijen. ,,Ouwehoer” riep zij dan, ,,Hoer” riep hij terug. 
Ze hadden allebei wel een beetje gelijk.

In Nieuwerbrug woonde ook een welvarende boer, dat was hij vanaf zijn geboorte al, maar hij was genoeg zakenman om zijn kapitaal steeds te vergroten. Ondanks zijn welvarendheid was hij wel een harde werker, dagelijks kon je hem in zijn oude overal op zijn tractor voorbij zien komen, onderweg van de ene naar de andere boerderij. (Hij werkte letterlijk tot zijn dood en bezweek, rijdende op zijn tractor aan een hardaanval en reed een sloot in waarna hij overleed).

Deze boer verstrekte hypotheken, hier en daar kocht hij onroerend goed. Toen in het begin van de jaren 50 de eigenaar van De Krom liet doorschemeren dat hij er wel van af wilde, was de deal snel gesloten. Er werd direct (contant!!) afgerekend, hij had de kaasopbrengst van dat jaar toch nog in een la liggen. Aangezien Truus door genoemde omstandigheden beschikbaar was mocht zij het pand van hem huren. Er waren waarschijnlijk weinig of geen afspraken m.b.t. de inhoud en duur van het contract, zo zal verder in het verhaal blijken.
Daarom was het waarschijnlijk zijn slechtste deal ooit.

De eerste jaren waren er nog diverse activiteiten, er werd gedanst en jongelui kwamen een biertje drinken. Ook gezelschappen deden soms het pand aan. De plaatselijke bakker, die toen nog gewoon aan de deur kwam om brood te bezorgen, werd eens onthaald met de vraag: ,,bakker wil je een kindje maken?”.
Hoe het gezelschap was samengesteld is niet bekend, het arme bakkertje, geheel te goeder trouw, ging geheel ontdaan direct naar huis waar hij het feit dat hij in een dergelijk gezelschap had verkeerd als zonde opbiechtte.